Omdat naar schatting bijna een derde van alle Rotterdamse leerlingen door corona een verhoogde kans heeft op een onderwijsachterstand, zette de stad een ambitieus zomerprogramma op. Maar liefst 4500 basisschool- en middelbare schoolleerlingen doen mee aan leerzame activiteiten die veel enthousiasme losmaken.
Gealarmeerd door de schatting dat circa 12.000 kinderen in Rotterdam door corona leerachterstanden hebben opgelopen, zette initiatiefnemer Samuel Schampers een ambitieus programma op: tien dagdelen, waarvan de helft leerzame activiteiten en de andere helft sport en cultuur. Onder andere het ministerie van OCW, de gemeente Rotterdam, het Jeugdfonds Sport & Cultuur en Het Fonds Zomerkansen leverden een bijdrage aan de benodigde 2,4 miljoen euro voor deze Zomercampus010. De organisatie vroeg scholen in 28 Rotterdamse wijken met een verhoogd risico op achterstanden, om de campus bij hun leerlingen onder de aandacht te brengen. Met succes: zo’n 4500 leerlingen doen mee.
Bijzondere band
Elke groep van twaalf kinderen heeft zijn eigen mentor, als vast aanspreekpunt. Deze mentoren zijn studenten die zijn aangesloten bij Leren voor de Toekomst, een stichting die de kansenongelijkheid in het onderwijs wil tegengaan. Zij bouwen een bijzondere band op met kinderen en hun ouders, vertelt Zomercampus-directeur Mandy Leenpoel. ‘Kinderen blijken zich vrij te voelen om open te vertellen over hun thuissituatie. Dat levert mooie gesprekken op.’
Held interviewen
Nadat ze samen een broodje gegeten hebben, starten de kinderen hun dag met hun schoolwerk. Bepaald geen saaie schooldag, want er wordt druk gewerkt aan een krant en een boek. Twee meisjes storten zich op de strip waar ze al eerder aan begonnen. Zowel de kranten als het boek zullen uiteindelijk gedrukt worden; de makers ontvangen zelf ook een exemplaar. Anderen zijn aan het schrijven of trekken erop uit om te fotograferen of filmen. ‘Dit is natuurlijk een buitenkans om je held uit de stad te interviewen’, dagen de begeleiders hen uit. Een meisje van 10 vertelt dat ze eerst helemaal geen zin had om te gaan, maar dat gevoel verdween snel. ‘Dit is gewoon het paradijs voor kinderen’, lacht ze.
Interesses ontdekken
Na het schooldeel worden de groepjes uitgelaten kinderen met een treintje opgehaald en naar de sportlocatie gebracht. Elk kind kan zo tien dagen lang kennismaken met de meest uiteenlopende activiteiten, van dansen tot basketbal en van koken tot hockey. Zo kunnen ze ook ontdekken wat ze leuk vinden, legt Leenpoel uit. ‘Als een mentor bijvoorbeeld ziet dat een kind enorm van hockey houdt, kan hij of zij ouders aanmoedigen om hun kind aan te melden. Zij kunnen eventueel ook helpen bij de financiering ervan.’ Hoewel de zomercampus leerzaam is, moet hij niet voelen als school, vat ze de campus samen. ‘Sommige kinderen vinden het hier zó leuk dat ze na hun periode van twee weken wéér willen komen.’
