Knuffelen, een potje stoeien, een arm om een kind heen slaan als het verdrietig is. Voorbeelden van lichamelijk contact dat je als pedagogisch medewerker dagelijks hebt met kinderen. Soms gaat gedrag van een collega over de grenzen van een kind. Wat kun je dan het beste doen?

Je kunt het misschien niet geloven, maar ook medewerkers uit de kinderopvang gaan weleens over de grenzen van kinderen. Per ongeluk óf met opzet. Waar de grens ligt, is niet altijd heel duidelijk. Voorop staat: als een kind gedrag niet prettig of bedreigend vindt, dan noemen we dat grensoverschrijdend gedrag.

Vreemd gevoel

Als iemand een kind een klap geeft of uitscheldt, dan is overduidelijk dat diegene over de grens gaat. Helaas gaat het vaker om gedrag dat niet zo opvalt. Dan zie of voel je wel dat er iets niet klopt, maar je kunt er niet precies je vinger op leggen. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Robert M., de oppas en pedagogisch medewerker die bloemetjes tekende op de buik van kinderen. Achteraf bleek dat meerdere collega's dat wel eens hadden gezien en er een vreemd gevoel bij hadden. Maar ze deden er niets mee.

Kleine overschrijdingen

Gedrag hoeft niet ernstig of opvallend te zijn om toch een grens over te gaan. Vaker gaat het om kleine overschrijdingen. Voorbeelden bij jonge kinderen (0-4 jaar) zijn het langer vasthouden dan het kind prettig vindt of hem/haar steeds een gekke naam geven. Voorbeelden bij oudere kinderen (4-12 jaar) zijn een arm om hen heen slaan terwijl ze dat niet willen of seksueel getinte grapjes maken. Het is belangrijk dat je juist die kleine overschrijdingen ook signaleert en je collega daarop aanspreekt. Zeker omdat kinderen niet altijd zelf in staat zijn aan te geven dat zij het gedrag onprettig of ongewenst vinden.

Collega aanspreken

Als je ziet dat een collega over de grens van een kind gaat, is het belangrijk dat je je collega daarop aanspreekt. Dat doe je op respectvolle manier, door duidelijk te benoemen wat je hebt gezien en te zeggen wat je vervolgens gaat doen. Bijvoorbeeld als je je collega hebt horen schreeuwen tegen Maria, dan kun je zeggen: ‘Ik schrok ervan hoe jij tegen Maria schreeuwde. En Maria ook, zag ik. Ik vind dat onze leidinggevende dat moet weten. Ga jij dat zelf vertellen? Ik wil best met je mee. Anders doe ik het zelf.’

Leidinggevende

Als je twijfelt of je jezelf onzeker voelt om je collega aan te spreken, schroom dan niet om de hulp in te schakelen van je leidinggevende. Het is belangrijk dat de betreffende collega aangesproken wordt op zijn of haar gedrag. Dit om te voorkomen dat de onveilige sfeer sterker wordt. Want zo vroeg mogelijk ingrijpen, ook bij lichte vormen van grensoverschrijdend gedrag, helpt groter leed voorkomen.

Strafbare feiten moeten gemeld worden

Als er sprake is van een vermoeden van een geweld- of zedendelict door een medewerker tegen een kind geldt een meldplicht. Dat houdt in dat de houder van de kinderopvang de situatie moet melden bij de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. Daarna wordt besloten of aangifte moet worden gedaan en of er een onderzoek door de politie volgt.

Ken de afspraken in je eigen organisatie

Als jij vermoedt of signaleert dat een collega over de grens van een kind gaat, is het belangrijk dat je weet welke afspraken in jouw organisatie zijn gemaakt. Naast de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling moet elke organisatie een protocol grensoverschrijdend gedrag hebben. Daarin staat wat er onder grensoverschrijdend gedrag wordt verstaan, wat je moet doen als je het signaleert of vermoedt en wat er vervolgens gebeurt. Zo hoef je je niet onzeker te voelen over wat je kunt en moet doen.

Schroom niet om de hulp in te schakelen van je leidinggevende.

Redenen om niets te doen

Dat je niet zo snel in actie komt bij zo’n ‘niet-pluisgevoel’ is niet zo gek: je kunt bijvoorbeeld twijfelen of je het wel goed ziet of voelt, je kunt bang zijn om een collega vals te beschuldigen, of je weet je niet wat je moet doen als je zoiets ziet of merkt. Voorop staat dat je dat ‘er iets niet klopt’ serieus neemt. Je kunt aan dat gevoel geen conclusies verbinden, maar het maakt je wel alert op andere signalen. Signalen waar je aan kunt denken zijn:

• Het kind is erg afhankelijk van een bepaalde medewerker.
• Het kind reageert bang of gespannen op de medewerker.
• De medewerker probeert steeds alleen te zijn met het kind.
• De medewerker doet erg zijn of haar best om de aandacht van het kind te krijgen en te houden.
• Er heerst een gespannen sfeer rondom de medewerker.


Geschreven door Edith Geurts

Kinderopvangspecial 2019

Wat doe jij?
Het complete magazine in PDF-formaat. Download en lees (pdf)

Als het thuis niet veilig is?

Leer kindermishandeling te herkennen en te werken met de meldcode. Bekijk de online scholing

Ik wil contact met Augeo

Heb je een vraag over de Kinderopvangspecial 2019 of wil je graag een adviseur spreken? Neem contact met ons op