Het kan zijn dat een van de ouders de leerling de volgende dag naar school brengt. Of je komt de ouders op een later moment tegen. Wat kan je tegen hen zeggen over het signaal?

Als je je afvraagt wat je wel of niet kunt zeggen tegen ouders na een signaal, is het belangrijk dat je weer even stilstaat bij het doel van Handle with Care: snelle steun aan een leerling na een ernstig geweldsincident thuis. Een gesprek met de ouders over het signaal is nadrukkelijk niet de bedoeling.

Wel kan je de dag van het signaal daar een opmerking over maken tegen de ouder. Ouders weten in principe dat school op de hoogte is. Het kan daarom voor ouders prettig zijn als je dat expliciet benoemt: door open te zijn over welke informatie jij hebt, kan het gevoel van vertrouwen groeien.

Het kan ook dat een ouder het lastig vindt om het kind naar school te laten gaan, bijvoorbeeld omdat de ouder zich realiseert dat het kind iets naars heeft meegemaakt en hem daarom liever thuis had gehouden, of omdat de ouder bang is dat je het kind allerlei vragen gaat stellen. Ook dan is voor de ouder fijn als je bevestigt welke informatie je hebt en wat het doel daarvan is: het kind steun bieden.

Wat je bijvoorbeeld tegen een ouder kan zeggen, is: 'Wij hebben doorgekregen dat de politie gisteren bij jullie thuis zijn geweest omdat er geweld was. Als het goed is, ben je van dit Handle with Care-signaal op de hoogte. Ik weet niet precies wat er gebeurd is en hoef dat ook niet te weten. Ik weet genoeg om vandaag een beetje extra voor je kind te zorgen.'

Behalve op de dag zelf begin je dus niet over het signaal, omdat dat niet bijdraagt aan het doel van Handle with Care: steun voor het kind. Nadat de politie ter plaatse is geweest, geeft zij niet alleen een Handle with Care-signaal af, maar doet tegelijkertijd een zorgmelding bij Veilig Thuis. Veilig Thuis maakt met het gezin veiligheidsafspraken en praat met de ouders over het geweld, hoe dat in de toekomst te voorkomen en welke gevolgen het geweld kan hebben voor de kinderen. Dat gesprek is niet de taak van de school, maar van professionele hulpverleners.

Als leraar of intern begeleider (IB-er) praat je wel met ouders over zorgen die je mogelijk hebt over het kind. Gedrag of emoties van een kind of andere signalen die je zelf waarneemt, bespreek je zo snel mogelijk met de ouders. Dat is onderdeel van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

In het ideale geval vertellen ouders (ook) zelf dat de politie ter plaatse is geweest of dat er iets anders naars is voorgevallen thuis waar hun kind op school last van kan hebben. Als je op school weet wat er bij een kind thuis speelt, kan je hem of haar beter begrijpen en de steun bieden die hij of zij nodig heeft.

Om ouders aan te sporen zelf informatie met school te delen, is het cruciaal dat zij zich welkom voelen, dat ze altijd even binnen kunnen lopen en makkelijk contact kunnen leggen met de verschillende medewerkers op school. Als ouders zich gezien en gehoord voelen op school, zullen zij ook eerder uit zichzelf vertellen over problemen thuis. Het opbouwen van een positieve relatie met ouders start je vanaf het begin, niet pas als er al problemen zijn.

En als ouders vertellen over problemen thuis, is het belangrijk dat zij niet worden veroordeeld om hun problemen of gedrag. Behandel ouders daarom met respect en benadruk de gedeelde wens dat het goed gaat met hun kind.