Cookie melding
Augeo gaat zeer zorgvuldig om met haar informatie en zal deze gegevens nooit aan derden ter beschikking stellen.
Fijn dat jouw school mee doet aan het onderzoek naar ervaringen van jongeren met ruzies en conflicten in hun romantische relaties. Onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut zullen de vragenlijsten afnemen en uitleg geven aan de leerlingen. Het is wel handig om de klas al voor te bereiden. Daarom hier meer informatie over het onderzoek en tips over het voorbereiden van de klas.
Uit Europees onderzoek blijkt dat geweld in romantische relaties, ook wel dating violence genoemd, veel voorkomt onder jongeren tussen de 14 en 17 jaar. Denk hierbij aan fysiek geweld (bijvoorbeeld slaan of duwen), psychisch geweld (zoals bedreigen of manipuleren) en controlerend gedrag (zoals het controleren van berichten op sociale media). Dit geweld kan zowel offline als online plaatsvinden. Voorbeelden van online dating violence zijn het verspreiden van privéfoto’s zonder toestemming of voortdurend berichten sturen om iemand onder druk te zetten. Dating violence heeft ingrijpende gevolgen voor de mentale gezondheid, schoolprestaties en gevoel van veiligheid van jongeren.
Internationale studies laten zien dat:
- Ongeveer één op de vijf tienermeisjes te maken krijgt met geweld door een partner.
- Meer dan de helft van de meisjes in relaties wederzijds geweld rapporteert, waarbij zowel zij als hun partner fysiek agressief zijn.
In Nederland is nog weinig onderzoek gedaan naar relationeel geweld onder jongeren. Daarom willen we hetzelfde onderzoek herhalen in Nederland, zodat we inzicht krijgen in hoe vaak dit voorkomt onder Nederlandse jongeren en in welke contexten het geweld plaatsvindt. Dit is belangrijk om passende preventiemaatregelen te ontwikkelen en jongeren beter te ondersteunen.
Het meemaken van ingrijpende jeugdervaringen, zoals huiselijk geweld of pesten, kan negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van kinderen. Bijvoorbeeld op het functioneren van kinderen op school. Ingrijpende jeugdervaringen komen overal voor. Bijna de helft van de leerlingen uit groep 7 en 8 heeft minstens één ingrijpende jeugdervaring meegemaakt. Deze jongeren lopen ook maar liefst 20 keer meer kans om later in relaties geweld mee te maken. Ook het promotieonderzoek van Lünnemann (2023) laat zien dat deze jongeren vaker problemen ervaren in hun relaties. Deze ervaringen kunnen invloed hebben op hun gevoel van veiligheid, emotieregulatie en vertrouwen in anderen. Door beter inzicht te krijgen in deze verbanden kunnen scholen helpen een veilige omgeving te creëren en bijdragen aan het voorkomen van relationeel geweld onder jongeren.
Voorafgaand aan het onderzoek stuurt het Verwey-Jonker instituut via de school een informatiebrief en toestemmingsformulier naar de ouders. Als ouders niet willen dat hun kind meedoet aan het onderzoek, geven zij de naam van hun kind en de klas door aan hen. Het is belangrijk om het onderwerp relaties en geweld in relaties goed te introduceren in de klas. De leerlingen weten daardoor waarom ze meedoen aan dit onderzoek en waarom het zo’n belangrijk onderzoek is. We hebben een aantal tips voor je op een rijtje gezet die je hierbij kunnen helpen. Je kan deze tips bijvoorbeeld gebruiken wanneer je de informatiebrieven over het onderzoek uitdeelt.
- Lees de achtergrondinformatie over dit onderzoek goed door, zodat je eventuele eerste vragen zelf kan beantwoorden.
- Je kan bijvoorbeeld deze factsheet gebruiken om het onderwerp te introduceren. Vraag bijvoorbeeld of leerlingen weten wat gendergerelateerd geweld is en hoe vaak ze denken dat dit voorkomt.
- Laat dit filmpje zien in de klas waarin Laura en Asha vertellen waarom dit onderzoek zo belangrijk is.
Nb: dit filmpje is uitsluitend te gebruiken tijdens het onderzoek en mag niet verspreid worden - Geef aan de leerlingen mee dat het een belangrijk onderwerp is en dat we hopen dat je de vragen eerlijk invult. Benadruk dat er geen goede of foute antwoorden zijn: het gaat erom hoe de leerlingen iets hebben beleefd. De antwoorden zijn helemaal anoniem en worden niet met de school gedeeld.
- Benadruk dat het niet uitmaakt of leerlingen wel of geen ervaring hebben met relaties. Alle antwoorden zijn waardevol!
- Geef aan waar een leerling terecht kan als hij/zij nu al vragen of zorgen heeft rondom het onderwerp. Bij jou of de schoolverpleegkundige, de schoolmaatschappelijk werker of de psycholoog op school. Geef ook concreet aan hoe leerlingen daarmee in contact kunnen komen.
De onderzoekers van het Verwey-Jonker instituut zullen de uitleg en instructies van de vragenlijst doen. Zij zullen tijdens de afname ook aanwezig zijn om vragen te beantwoorden. Als leerkracht hoef je je daar dus niet mee bezig te houden. Wel willen we je vragen om aanwezig te zijn in de klas tijdens de afname. Dat helpt leerlingen meer op hun gemak te voelen. En er zijn een paar dingen die je kan doen om het invullen zo goed mogelijk te laten verlopen.
- Bij aanvang van de afname in de klas geven de onderzoekers de leerkracht discreet de namen door van leerlingen die geen toestemming hebben om deel te nemen aan het onderzoek. De leerkracht wordt verzocht de codes van de vragenlijst uit te delen aan alle leerlingen (gewoon een A4tje). Leerlingen die geen toestemming hebben, krijgen discreet een code voor een "nepvragenlijst". Zo nemen zij schijnbaar gewoon deel aan de afname zonder dat het voor hun klasgenoten opvalt dat zij niet deelnemen aan het echte onderzoek. Het is ook beter dat de leerkracht de codes aan de leerlingen uitdeelt, omdat de onderzoekers dan niet weten welke leerlingen geen toestemming hebben om deel te nemen. Zo blijft de privacy van de leerlingen beter gewaarborgd.
- Zorg voor een veilige sfeer in de klas! Bijvoorbeeld de tafels ver genoeg uit elkaar zetten zodat de leerlingen niet met elkaar mee kunnen kijken, overweeg om de groep op te splitsen als je het idee hebt dat de sfeer tussen leerlingen onveilig is op dit thema.
- Probeer de laatste 5-10 minuten van de les vrij te houden om de reacties van de leerlingen te peilen en de leerlingen even wat tijd te geven voor ze weer naar hun volgende les gaan.
- Stuur achteraf een mail naar de leerlingen, waarin je nog eens kort uitleg waar het onderzoek over ging en waar leerlingen terecht kunnen met vragen of zorgen. Bijvoorbeeld bij jou, de schoolverpleegkundige, de schoolmaatschappelijk werker of de psycholoog op school noemen. En de optie om anoniem contact op te nemen met:
- Zet ook in de mail dat als leerlingen nog vragen hebben over het onderzoek zelf of zich willen aanmelden voor een interview of focusgroep ze contact kunnen opnemen met Marit Verstappen van het Verwey-Jonker instituut: datingonderzoek@verwey-jonker.nl
