1. Actueel
  2. Waarom het belangrijk is dat jonge kinderen kunnen praten over nare ervaringen

Waarom het belangrijk is dat jonge kinderen kunnen praten over nare ervaringen

De meeste kinderen vinden het lastig om over traumatische ervaringen te praten. Ze beginnen er niet uit zichzelf over. Terwijl praten over trauma met belangrijke anderen en vervolgens een fijne, steunende reactie krijgen, de kans op het ontwikkelen van psychische klachten verkleint.

De helft tot twee derde van de kinderen heeft voor hun 18e levensjaar minimaal één trauma meegemaakt. Een groot deel van deze kinderen is veerkrachtig en ontwikkelt geen klachten. Maar er zijn ook kinderen bij wie er langdurige klachten ontstaan. Zo voldoet 16 procent* van de kinderen die traumatische ervaringen hebben meegemaakt aan de criteria van een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Zij hebben last van herbelevingen, gaan situaties uit de weg die hen aan het trauma doen denken, hebben negatieve gedachten en emoties en zijn erg alert.

Gebrek aan sociale steun is een belangrijke voorspeller voor PTSS

Sociale steun speelt een belangrijke rol in wie er een PTSS ontwikkelt en wie niet. ‘Met sociale steun wordt bedoeld dat het kind over het trauma kan praten met belangrijke anderen en vervolgens passende emotionele steun krijgt’, vertelt klinisch psycholoog Lotte Hendriks. ‘De afwezigheid van deze steun is een belangrijke voorspeller voor de ontwikkeling van PTSS. Daarnaast krijgen kinderen niet (op tijd) hulp als er niet over het trauma gesproken wordt, terwijl er effectieve behandelingen zijn voor kinderen met PTSS zoals exposure therapie en EMDR. Ook weten we dat een gebrek aan sociale steun kan leiden tot een slechter behandelresultaat en een grotere kans op terugval na een behandeling.’

De omgeving is aan zet

Het gesprek aangaan over trauma is dus belangrijk. Maar hoe doe je dat? ‘Juist de kinderen die hulp nodig hebben, hebben meestal de neiging om gesprekken over traumatisch ervaringen te vermijden’, aldus Hendriks. ‘Verwacht dus niet dat een kind er zelf wel over begint.’ Samen met Rémi Bouwer van creatief bureau Dolly Warhol ontwikkelde zij daarom het prentenboek ‘Ik wil je iets vertellen’. Het is een hulpmiddel om het gesprek aan te gaan over nare ervaringen, van alledaagse vervelende gebeurtenissen tot trauma’s als huiselijk geweld, seksueel misbruik, een ongeluk of het plotseling verliezen van een ouder. Het boek is geschreven speciaal voor kinderen vanaf 3 tot en met 6 jaar, maar kan ook samen met oudere kinderen worden gelezen.

Reageren op trauma: stap voor stap

Maar hoe reageer je als volwassene wanneer een kind tijdens het lezen van het boek vertelt een traumatische ervaring te hebben meegemaakt? ‘Allereerst is het belangrijk dat je als volwassene een ingang biedt maar vervolgens het kind zelf laat bepalen óf en wat deze wil vertellen over het trauma’, geeft Hendriks aan. ‘Het kan zijn dat het verhaal van het kind vervolgens emoties bij je oproept. Dat is hartstikke logisch maar tegelijkertijd wil je een té emotionele reactie voorkomen. Het kind kan als reactie hierop stoppen met praten om jou als volwassene te beschermen.’ Het kan helpen om de volgende vijf stappen aan te houden, die uitgebreider op de website bij het prentenboek www.ikwiljeietsvertellen.nl staan omschreven:

Stap 1: Geef een compliment
Zeg bijvoorbeeld dat je het heel dapper vindt dat het kind jou dit durft te vertellen.

Stap 2: Geef een inlevingsreactie
Zeg bijvoorbeeld dat je kunt voorstellen dat het kind hier veel last van heeft of benadruk dat het een heel angstige of verdrietige gebeurtenis is geweest.

Stap 3: Stel actief vragen over wat er is gebeurd
En vergeet niet te vragen of het nog steeds gebeurt. Stel liever geen vragen over ‘waarom’ situaties zijn gebeurd of over dingen die het kind heeft nagelaten. Vul ook zeker niks in voor het kind.

Stap 4: Maak duidelijk dat het niet de schuld van het kind is.
Benoem dat het kind misschien denkt dat het zijn of haar schuld is, maar dat dit niet het geval is. Het kan ook helpen om verantwoordelijkheid voor een deel van de gebeurtenis te nemen. Bijvoorbeeld door aan te geven dat je als ouder het kind had moeten beschermen, of dat je wilde dat je het kind had kunnen beschermen.

Stap 5: Vraag naar de gevolgen in het hier en nu.
Zo kun je een inschatting maken of het passend is om hulp in te schakelen.

Herhaling is hierbij belangrijk. Het praten over een trauma, is geen eenmalige gebeurtenis.
‘Op deze manier bied je niet alleen sociale steun aan het kind maar leren we onze volgende generatie ook dat je mág praten over nare ervaringen’, benadrukt Hendriks. ‘Zo kunnen we het taboe doorbreken dat rust op het vragen naar trauma.’

* Bron: Alisic, E., Zalta, A. K., van Wesel, F., Larsen, S. E., Hafstad, G. S., Hassanpour, K., & Smid, G. E. (2014). Rates of posttraumatic stress disorder in trauma-exposed children and adolescents: meta-analysis. The British Journal of Psychiatry, 204, 335-340.

Ik wil je iets vertellen

Lotte Hendriks

Doris speelt het liefst buiten met zijn vrienden. Doris heeft iets naars meegemaakt. Dat wil hij wel vertellen maar hij kan de juiste woorden niet vinden. Het verhaal is laagdrempelig zodat het zowel ingezet kan worden om te praten over dagelijkse (kleine) vervelende gebeurtenissen tot traumatische ervaringen.

Voor kinderen vanaf 3 jaar.

Meer relevante boeken? Bekijk Augeo's boekentips