In stap 4 van de meldcode komt het erop aan dat je de verzamelde informatie weegt. In de praktijk roept deze stap nog wel eens vragen op. Deze tips helpen je verder. 

7 tips om als professional informatie te wegen

1. Doe het niet alleen

Ook voor deze stap is het belangrijkste advies: doe het niet alleen. De aandachtsfunctionaris is de aangewezen persoon in de organisatie om informatie mee te wegen. Als het tot de mogelijkheden behoort neem deze stap dan met een multidisciplinair team. Bijvoorbeeld in het Zorg Advies Team (ZAT) als je in het onderwijs werkt. Of samen met de verloskundige en de kraamzorg als je in de geboortezorg werkt. Samen leg je alle informatie uit de voorgaande stappen bij elkaar en vraagt je af: blijft het vermoeden van huiselijk geweld bestaan?

In de medische sector is het verplicht om in stap 4 Veilig Thuis om advies te vragen. Maar ook in de andere sectoren is het aan te raden deze stap met Veilig Thuis te zetten. Veilig Thuis heeft de expertise en instrumenten om een veiligheids- en risico-inschatting te doen, dus maak daar gebruik van.

Veilig Thuis kan al in een vroeg stadium meedenken over de aard en ernst van huiselijk geweld en bijvoorbeeld al in stap 2 de juiste vragen stellen om dat beter in beeld te krijgen.

‘Veilig Thuis kan in een adviesgesprek al vragen of er sprake is van herhaling van geweld. Dan denkt Veilig Thuis dus al in een eerder stadium mee over de aard en ernst van de situatie en helpt al eerder mee om te wegen.’
Medewerker Veilig Thuis

2. Breng alle verzamelde informatie bij elkaar

In stap 4 breng je de informatie die je in de voorgaande stappen hebt verzameld en gedocumenteerd bij elkaar. Welke signalen heb je opgevangen bij de verschillende gezinsleden? Wat heb je daarover in het dossier gezet? Wie heb je advies gevraagd, wat is daaruit gekomen en wat heb je daarmee gedaan? Wat heb je met ouders / de cliënt / het kind besproken en welke afspraken zijn gemaakt?

Bekijk desgewenst de thema’s Objectief signaleren, Advies vragen en Zorgen bespreken om te beoordelen of je alle verzamelde informatie goed op een rij hebt.

Neem in je afweging het verhaal van de cliënt / de ouders mee. Maak als het lukt de afweging samen.

‘Ik vraag altijd aan de ouders en de kinderen een cijfer te geven voor de veiligheid in hun gezin. En als zij verschillende cijfers geven, neem ik dat ook mee.’
Wijkteammedewerker

3. Neem tegenstrijdige informatie ook mee

Ook tegenstrijdige informatie, bijvoorbeeld omdat de cliënt en de mantelzorger of de ouders en kind niet hetzelfde verhaal vertellen of omdat ex-partners het tegenovergestelde zeggen, neem je mee. Het is niet aan jou als professional om te beoordelen welke informatie klopt.

‘Kinderen kunnen aangepast gedrag vertonen, maar als ouders tegenstrijdige signalen afgeven of verhalen vertellen dan is dat ook een signaal.’
Wijkteammedewerker

Meer informatie over omgaan met ouders in een complexe scheiding lees je hier: Stevig tussen de strijdende partijen

4. Maak een inschatting van de aard en de ernst van het geweld

Vragen die helpend zijn om een inschatting te maken van de aard en de ernst van het geweld / de verwaarlozing zijn:

  • Wat is de leeftijd van het slachtoffer?
  • In hoeverre zijn het slachtoffer en/of andere gezinsleden afhankelijk? En van wie?
  • Wat is de aard van het geweld of verwaarlozing? Hoe vaak komt het voor? Wanneer is het ontstaan?
  • Wat is de (verwachte) schade bij verschillende gezinsleden?
  • In hoeverre is er sprake van een isolement van het gezin?
  • Welke (andere) risicofactoren zijn aanwezig? En welke beschermende factoren bieden daar mogelijk gewicht tegen?

‘Mijn situatie was niet zo duidelijk, maar er was wel altijd sprake van dreiging, heel stressvol. Mijn kinderen hebben daar nu als volwassene nog last van. De hulpverlening vond het allemaal te licht, omdat mijn ex dat bagatelliseerde, en er vanuit de kinderen geen signalen waren. De ernst is dus onvoldoende in beeld gebracht of heeft niet zwaar genoeg gewogen.’
Ervaringsdeskundige

5. Ga op basis van het afwegingskader na of sprake is van acute of structurele onveiligheid

Als op basis van alle informatie je vermoeden van huiselijk geweld blijft bestaan, beantwoord je vervolgens de vraag of sprake is van structurele of acute onveiligheid of een disclosure (als iemand zelf vertelt over mishandeling of verwaarlozing). Dat doe je aan de hand van het afwegingskader van jouw sector.

In Kompas Ondersteuningsinstrument signaleren huiselijk geweld en kindermishandeling kan je vanaf pagina 47 de aanwijzingen die je hebt verzameld voor acute of structurele onveiligheid of disclosure in kaart brengen.

6. Gebruik een taxatie-instrument, als dat voor jouw sector aangewezen is

De risico’s die nu en in de toekomst spelen zijn in kaart te brengen met risicotaxatie-instrumenten. Deze instrumenten zijn vooral bedoeld voor medewerkers in de jeugdhulp, jeugdbescherming, maatschappelijk werk en wijkteams.

Meer informatie over welk instrument welke sector op welk moment in kan zetten om veiligheid en risico’s in te schatten lees je in: Veiligheid en risico’s inschatten, wat helpt?

7. Is je vermoeden weggenomen? Sluit de meldcode af

Het is belangrijk de meldcode af te sluiten als je op basis van de verzamelde informatie tot de conclusie komt dat je vermoeden van huiselijk geweld is weggenomen. Noteer dat ook in het dossier van de cliënt. Schrijf feitelijk en concreet op dat je vermoeden is weggenomen, waarom dat het geval is en dat je hierbij de meldcode afsluit. Dit om te voorkomen dat signalen de cliënt / het gezin blijven achtervolgen terwijl die al ontkracht blijken te zijn.

Gespreksverslagen:
‘Informatie wegen’

Tijdens diverse bijeenkomsten, voorafgaand aan deze campagne, sprak een groep professionals, ervaringsdeskundigen, aandachtsfunctionarissen en Veilig Thuis over oplossingen bij dilemma's die in de praktijk aan de orde kunnen komen.

Gespreksverslag A lezen

Gespreksverslag B lezen