Als je in stap 4 alle verzamelde informatie hebt gewogen en tot de conclusie bent gekomen dat je vermoeden van huiselijk geweld blijft bestaan, onderbouwd met feitelijke bevindingen, beslis je in stap 5 of een melding nodig is en of hulpverlening (ook) mogelijk is.

7 tips voor professionals om beter te beslissen wel of niet te melden

1. Beslis of een melding nodig is

De eerste beslissing in stap 5 is antwoord op de vraag: Is melden noodzakelijk? Als je op basis van het afwegingskader in stap 4 hebt beoordeeld dat sprake is van acute of structurele onveiligheid of van een disclosure (als iemand zelf vertelt over mishandeling of verwaarlozing), dan doe je een melding bij Veilig Thuis. Samen bespreken jullie welke vervolgstappen nodig zijn.

Vervolgens ga je al dan niet samen met Veilig Thuis na in hoeverre het (ook) nodig is om effectieve hulp te bieden of te organiseren:

  • Ben je in staat effectieve hulp te bieden of te organiseren?
  • Werken betrokkenen mee aan de geboden hulp?
  • Leidt de hulp binnen de gewenste termijn tot duurzame veiligheid en welzijn van alle betrokkenen?

Als het antwoord op 1 van deze vragen ‘nee’ is, dan meld je (alsnog) bij Veilig Thuis.

‘Je bent zelf de hulpverlener, maar het gaat toch niet zoals verwacht, dan ben je toch zelf aan zet, ook als de cliënt dat niet wil. Want blijkbaar kan je zelf de onveiligheid in het gezin niet helpen oplossen, dus heb je daar hulp van anderen bij nodig. Als cliënt word ik waarschijnlijk eerst boos, maar ik wil ook dat het weer veilig wordt.’
Ervaringsdeskundige

2. Neem de cliënt mee in het proces voorafgaand aan de beslissing

Als je de tips van de vorige thema’s ter harte hebt genomen en je de cliënt / de ouders vanaf het eerste signaal hebt meegenomen in je overwegingen en stappen, zal het in stap 5 over het algemeen weinig moeite kosten om uit te leggen dat je het nodig vindt om een melding te doen bij Veilig Thuis en/of je (ook) hulpverlening wilt organiseren.

‘Je kunt dat ook uitleggen aan ouders - ik zie onveiligheid, kunnen we daar samen mee aan de slag? Dan is een melding misschien niet nodig.’
Medewerker Veilig Thuis

3. Geef ruimte aan boosheid

Als je je cliënt laat weten dat je een melding gaat doen, geef dan ruimte aan eventuele emoties. Toon begrip daarvoor en geef je cliënt de kans zijn of haar mening te uiten. Ga vervolgens na waar de boosheid vandaan komt en waar het over gaat.

‘Boosheid is vaak een uiting van trauma en eerdere nare ervaringen. Het is belangrijk dat je daar naar luistert en je er niet door laat afschrikken. Meestal weten mensen zelf heel goed dat er hulp nodig is, maar vinden ze het nog moeilijk dat te erkennen.’
Medewerker wijkteam

4. Realiseer je dat je geen toestemming nodig hebt

Een melding bij Veilig Thuis mag je zonder toestemming van de cliënt / ouders doen. Er geldt namelijk een meldrecht voor alle professionals die onder de Wet meldcode vallen. Ook als je een beroepsgeheim hebt. De voorwaarde is wel dat je alle stappen van de meldcode zorgvuldig hebt doorlopen. En dat je dat zoveel mogelijk samen met de gezinsleden hebt gedaan.

Een melding bij Veilig Thuis doe je in principe wel altijd met medeweten van de cliënt / de ouders. Dat om te voorkomen dat je ‘achter de rug om’ handelt: dat kan het vertrouwen van je cliënt ernstig schaden. Niet alleen in jou, maar in alle andere professionals waarmee hij/zij te maken heeft en gaat krijgen.

5. Zorg dat de cliënt weet wat er gaat gebeuren

Het is belangrijk voor het gevoel van vertrouwen in jou en hulporganisaties dat er voor de cliënt geen open eindjes zijn. Zorg dat hij/zij weet wat er gaat gebeuren door daar zo concreet mogelijk over te zijn. En als je dat niet precies weet, dat je toezegt dat uit te zoeken en terug te koppelen. Onduidelijkheid zorgt voor onzekerheid, wat de stress in een gezin onnodig kan vergroten.

6. Zorg dat je weet hoe je een melding doet

Ga na welke afspraken er binnen jouw organisatie zijn over het melden bij Veilig Thuis. Doe je op je eigen naam een melding? Of uit naam van de organisatie? Heb je alle benodigde informatie? Is de cliënt op de hoogte? Etc. Neem voor dergelijke vragen en een goede voorbereiding contact op met de aandachtsfunctionaris van je organisatie.

Ook goed om te weten: De manier waarop je een melding moet doen kan per Veilig Thuis verschillen. In de meeste regio’s maakt Veilig Thuis gebruik van een meldformulier, in andere regio’s bel je om een melding te doen.

7. Wees proactief richting Veilig Thuis

‘Je hoort niets terug van Veilig Thuis’ is een vaak gehoorde klacht van professionals in het samenwerken met Veilig Thuis. Als je een melding hebt gedaan bij Veilig Thuis krijg je altijd te horen of een melding in behandeling wordt genomen. En als Veilig Thuis zelf met een gezin in gesprek gaat, geeft Veilig Thuis aan het eind van de bemoeienis daarover een terugkoppeling.

Vind je dat het te lang duurt of denk je dat Veilig Thuis dat vergeten is? Neem dan zelf contact op. Wees proactief als je het verloop onduidelijk vindt of als je geen terugkoppeling hebt gehad.

Dat betekent ook dat je op het moment dat je een melding doet duidelijk je verwachtingen uitspreekt naar Veilig Thuis, met name over de rol die jij denkt dat Veilig Thuis zal vervullen. Veilig Thuis kan dan aangeven of dat realistisch is. En dan kan je daarover ook naar ouders / de cliënt duidelijk zijn.

Gespreksverslagen:
‘Wel of niet melden?’

Tijdens diverse bijeenkomsten, voorafgaand aan deze campagne, sprak een groep professionals, ervaringsdeskundigen, aandachtsfunctionarissen en Veilig Thuis over oplossingen bij dilemma's die in de praktijk aan de orde kunnen komen.

Gespreksverslag A lezen

Gespreksverslag B lezen